Plenair Hartog bij behandeling Begroting Infrastructuur en Waterstaat 2024



Verslag van de vergadering van 2 april 2024 (2023/2024 nr. 26)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.13 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Hartog i (Volt):

Dank u, voorzitter. Allereerst wil ik de minister en zijn team bedanken voor de uitgebreide antwoorden die gegeven zijn. Veelal waren ze tot mijn tevredenheid, hoewel we best nog wat debatten zullen hebben. Over twee punten heb ik nog vragen.

Het eerste punt is de federatieve rol bij 5G. Ik noemde al de multimodaliteit. Nu wordt nog heel veel met telecommunicatietechnologie gewerkt die sectorspecifiek is, zoals de GSM-standaard. Het probleem is dat 5G wordt uitgerold in de steden door de telecombedrijven. Er zijn Europese projecten, zoals de 5G-corridors, die juist de ondersteuning van de minister verdienen. Daarmee zou je synergie brengen tussen rail, weg en bijvoorbeeld precisielandbouw, die vaak ook rond die regio's zit. Ik zou de minister dus willen vragen daar nog iets meer over uit te weiden en zijn visie daarover met ons te delen.

Het tweede punt is het antwoord op de hoofdrailnetconcessie. De minister geeft aan: we zijn in onderhandeling, we moeten het nog zien, het ligt nog niet bij het Hof, et cetera. Als ik de minister zou zijn, wat ik natuurlijk niet ben, zou ik denken: als het echt fout loopt en het Hof zegt dat het fout was en dat die concessie niet meer geldt, zetten we dus niet alle treinen stil. Dat dacht ik. Ik neem aan dat u een zekere planning heeft voor een worstcasescenario. Zou u ons daar een klein beetje meer in kunnen meenemen, voor als dat uiteindelijk gebeurt?

Dan twee dankwoorden voor de toezeggingen waarvan ik begrijp dat de minister die heeft gedaan. Allereerst is dat dat hij voor de volgende Interreg wil kijken wat er ingebracht kan worden voor grensoverstijgende infrastructuur, zoals fiets-, weg- en andere infrastructuur. Hij noemde de minister van Financiën, die inderdaad het financiële gedeelte doet. Ik dacht dat het inhoudelijke gedeelte bij de minister van EZK lag, maar hij weet dat beter dan ik. Het zou goed zijn als hij daarop zou kunnen terugkomen en mij of de Kamer kan meedelen wat daarmee is gebeurd.

De tweede toezegging die de minister deed, is om met de Fransen en de Britten te gaan praten over wat we bij de Bovenwindse Eilanden kunnen doen aan het meer eenheid brengen in met name de zeeverbindingen, maar eventueel ook de luchtverbindingen, zodat de mensen daar behoorlijk mobiel kunnen zijn. Ik denk dat dit belangrijk is.

Mijn laatste punt is toch een woordje van teleurstelling over de corridor die ik heb voorgesteld. Ik stelde niet voor dat je helemaal geen paspoort hoeft mee te nemen als je bijvoorbeeld van Utrecht naar Saba reist, maar je zou volgens mij best het aantal paspoortcontroles terug kunnen brengen van drie naar twee. Dat kan binnen Schengen. Ten eerste kan binnen Schengen heel veel als je maar goed onderhandelt, en ten tweede heb ik niet gevraagd om de paspoortcontrole voor Schengen aan de Nederlandse grens af te schaffen. De minister noemde ook dat de landen hun eigen autonomie hebben. Dat klopt, maar die landen zitten wel binnen het Koninkrijk en je kunt allicht een keer een gesprek met hen aangaan. Misschien kunnen we hen zelfs helpen bij de financiering van de luchthavens. Ik had op dit punt gehoopt op wat meer toegeeflijkheid van de minister in de vervolggesprekken die hij op de eilanden voert. Misschien zou hij daar nog even op terug willen komen.

Maar nogmaals, dank aan de minister en zijn team voor alle antwoorden.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Hartog. Dan is het woord aan mevrouw Thijssen namens GroenLinks-PvdA.