Plenair Van Meenen bij voortzetting behandeling Wet vaste huurcontracten



Verslag van de vergadering van 7 november 2023 (2023/2024 nr. 06)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.42 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Meenen i (D66):

Voorzitter. Dit debat gaat over bestaanszekerheid. Dat woord is ook veel gevallen. Als ik in het verleden over bestaanszekerheid sprak, had ik het vaak over onderwijs als bodem onder het bestaan en als springplank naar een goed bestaan. Maar we zien juist op het dossier wonen dat dat een essentieel onderdeel van bestaanszekerheid is geworden. Dan kan je in deze tijd niet aan de ene kant in je programma gewoon opschrijven, meneer Kemperman, dat je bestaanszekerheid wilt versterken, dat je de positie van huurders wilt versterken en dat mensen recht hebben op een woning, en het dan gewoon niet doen.

Er is hierbij geen tussenweg. Een huurder en een verhuurder hebben een contract met elkaar. Als je de positie van de een versterkt, verzwak je automatisch die van de ander. Daarbij is er geen keuze. Ik zei het ook al in een interruptie: uiteindelijk staan we hier dus voor de keuze of we dan ook echt voor een versterking van bestaanszekerheid gaan. Die is veruit het meest in het geding bij de huurders. Daarom denk ik dat wij als Kamer dit initiatiefwetsvoorstel moeten steunen en moeten zeggen: wij willen echt waar maken wat we zeggen over bestaanszekerheid, dus wij gaan dit doen.

Juist voor de kwetsbare verhuurder is er die hele waslijst aan uitzonderingen. Die maakt het ook echt mogelijk om dit te doen. Maar als we aan het eind van de dag moeten kiezen tussen de huurders, die nu in een uitermate zwakke positie zitten, en anderen, de verhuurders, die over het algemeen een veel sterkere positie hebben, dan zeg ik: laten we dat doen.

Ik dank de initiatiefnemers voor hun zorgvuldige en bevlogen verdediging, en ook voor hun initiatief. Dat zeg ik ook tegen de minister, die zo ruiterlijk en ridderlijk was om hier gewoon een positief oordeel over te geven. Ik zeg uit ervaring: dat gebeurt niet altijd in deze Kamer.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Meenen.

De heer Van Meenen (D66):

Ik dank u, voorzitter. Het was precies één minuut.

De voorzitter:

Ik dank u ook, meneer Van Meenen. Dan geef ik het woord aan de heer Talsma namens ChristenUnie, SP en Partij voor de Dieren.